Powerpoint

Context

Deze les focust zich op presenteren en visualiseren. Leerlingen gaan aan de slag met programma's zoals Powerpoint en leren hoe ze hier zelf een presentatie mee kunnen maken. Verschillende functies binnen dit programma worden uitgelegd. We behandelen ook hoe je goede slides moet maken en hoe je data het beste kunt visualiseren in de vorm van grafieken en infographics.

Opdrachten

1. So you think you can present: Dit is een beantwoord level. De type vragen in dit level variëren. Zo behandelen we de vuistregels van presentaties maken (niet te veel animaties of tekst). Ook zitten er een aantal vragen in over hoe leerlingen een gegeven slide of een online post zouden verbeteren.
2. Van lezen naar zien: Zojuist hebben leerlingen in de les de mogelijkheden in een programma als Powerpoint gezien. Nu gaan ze er zelfstandig mee aan de slag. De leerlingen krijgen in dit level een informerende tekst over Lego. Deze moeten zij zelf omzetten naar een presentatie. Alle eerder verkregen kennis wordt dus direct in de praktijk toegepast. Als docent heb je nu de mogelijkheid om rond te lopen en eventuele vragen te beantwoorden of tips te geven. Aandachtspunten zijn of leerlingen duidelijke slides maken, dus leesbaar, of ze goed gebruik maken van afbeeldingen en niet te veel afleidende animaties gebruiken.
3. Pitchen!: In dit level werken leerlingen opnieuw met hun missieteam aan de doorlopende missie, in dit geval, hun eigen app of service idee. Dit keer maken ze een aantal slides in powerpoint die het idee uitleggen. Hierbij kunnen ze alle technieken gebruiken die ze zojuist hebben geleerd. Ook moeten leerlingen goed samenwerken, omdat er uiteindelijk één presentatie moet komen. Ze kunnen dit op verschillende manieren aanpakken. Online, waar ze tegelijkertijd aan een presentatie kunnen werken, of een bestand delen. Je kunt de leerlingen uitdagen om de online variant van Google te proberen. Uiteindelijk moeten leerlingen de presentatie voorbereiden door sprekersnotities te schrijven en gaan ze de presentatie te geven. Hierdoor merken de leerlingen beter wat wel en niet werkt. Uiteindelijk gaan leerlingen buiten de les de presentatie geven en deze opnemen. Deze kijken ze terug en dan geven ze zichzelf feedback.